Webbiotopen: van een 'miljoenmiljard' websites naar slimme online aanwezigheid

Auteur: P.J.F. Nieuwenhuizen | Leestijd: 12 minuten

Van websites naar Webbiotopen

De aandacht voor het grote aantal overheidswebsites neemt toe. Onder meer een uitzending van De Avondshow van Arjan Lubach en een artikel van Victor Zuydweg besteedden hier aandacht aan, net als de Direct Duidelijk Tour van Gebruiker Centraal. Terecht. En er wordt gedacht in oplossingen: het gaat om het vergroten van het inzicht, het volgen van procedures en het netjes opruimen van websites die verouderd zijn of die niet meer voldoen aan wet- en regelgeving. Allemaal erg nuttig en we moeten dit ook zeker niet nalaten. Maar het risico blijft bestaan dat met het onvermijdelijk verslappen van de aandacht we weer terugvallen in oude gewoontes. Is er niet méér nodig: een (nieuwe?) kijk op de online aanwezigheid en beschikbaarheid van de overheid?

Wat is een website?

Voordat we komen bij een oplossing moeten we eerst vaststellen wat de betekenis en de achterliggende motivatie van een website is. En welke betekenis geldt, dat is afhankelijk aan wie je het vraagt. De verschillen zijn als volgt en vergeef me mijn kort-door-de-bocht-invulling:

  • Voor een Bezoeker is het iets waarmee op het internet bepaalde informatie kan worden gevonden en/of hulp kan worden geboden. Motivatie: ik wil simpelweg weten wat ik moet doen en hoe.
  • Voor een Overheidsorganisatie is het een manier om de dienstverlening kenbaar te maken en te laten zien waarom deze organisatie bestaat. Motivatie: naamsbekendheid en relevantie benadrukken.
  • Voor een (Programma- of Product-) Manager is dit de weg om het project te communiceren. Motivatie: ik wil aantonen dat alle tijd en geld die er in het project gaat zitten de moeite waard is en aantonen dat het project een maatschappelijke meerwaarde heeft.
  • Voor een Redacteur is het een medium om op een professionele manier toegankelijke teksten en media-elementen te delen. Motivatie: ik wil met mijn goede vakmanschap de website inrichten en een zo groot mogelijk bereik behalen.
  • Voor Functioneel beheerder is het een tool die aan alle wet- en regelgeving voldoet. Motivatie: ICT op orde zodat er geen moeilijke vragen komen bij audits.
  • Voor een Inkoper is het een traject dat volgens alle processen en procedures doorlopen moet worden. Motivatie: ik wil snel en zonder gedoe afronden en op naar het volgende traject.

Het interessante is dat bij alle bovenstaande betekenissen en motivaties het meer lijkt te draaien om ‘online aanwezigheid’. Dat hoéft niet per sé met iedere keer een losse website te zijn.

Definitie van een overheidswebsite

Visualisatie van een overheidswebsite

Volgens Wikipedia is een website een verzameling samenhangende webpagina's met gegevens, zoals tekst, afbeeldingen of video's, die opgeslagen 'gehost' (lees: op één of meer webservers) wordt. Met behulp van een url is deze website vervolgens makkelijk te bezoeken.

Voor Nederlandse overheidswebsites is deze definitie uitgebreider. Een overheidswebsite moet:

  • Voldoen aan de eisen voor digitale toegankelijkheid zodat mensen met een beperking ook toegang hebben tot de verstrekte informatie. Denk aan voldoende contrast, de mogelijkheid om een screenreader te gebruiken enz. Dit geldt ook voor bestanden zoals PDF’s die gepubliceerd worden op een website.
  • Gearchiveerd zijn oftewel het moet terug te vinden zijn welke informatie op een bepaalde dag in het verleden getoond werd op de website.
  • Voldoen aan alle veiligheidsrichtlijnen. Eenvoudig gesteld: een 100%-score op Internet.nl voor alles wat te vinden is achter het webdomein ([NAAM].nl) en maildomein (@[NAAM].nl).
  • Voorzien zijn van een geldig certificaat zodat er een veilige verbinding gemaakt wordt tussen de website en de bezoeker.
  • Zodanig gebouwd worden dat de broncode open source beschikbaar te stellen is, het zogenaamde 'Open, tenzij'-beleid.

Webbiotopen

Visualisatie van een webbiotoop

Oké, dus geen losse website maar ‘online aanwezigheid’. Wat mij betreft hebben we het dan over Webbiotopen. Volgens Ecopedia is een biotoop ‘een ruimtelijk min of meer homogeen gebied. Dit gebied wordt gekenmerkt door eigenschappen die verschillen van de omgeving en wordt daarom bewoond door een typische levensgemeenschap.’

Webbiotopen zijn uniforme maar op zichzelf unieke platforms doordat ze zich onderscheiden met één specifieke (typische) functionaliteit. Een bezoeker herkent deze functionaliteit, omdat iedere webbiotoop aansluit op een behoefte van die bezoeker. De bezoeker heeft namelijk een doel: ik wil iets lezen van de overheid, ik wil aanwezig zijn bij een bijeenkomst van de overheid, ik wil solliciteren bij de overheid, ik wil iets vragen aan de overheid, ik wil iets melden bij de overheid enz.

Een duidelijk bezoekersdoel

Een webbiotoop biedt specifieke functionaliteit die aansluit op één van de bovengenoemde doelen. Bijvoorbeeld: een biotoop voor evenementen biedt ruimte voor iedere overheidsorganisatie om een gedeelte in te richten voor één of meer evenementen. Hier kan een bezoeker het proces doorlopen van wie, wat, waar en wanneer naar inschrijven, contactgegevens opgeven, bevestiging ontvangen, meer informatie ontvangen of delen achter een login en biedt de organisatie inzicht in het aantal deelnemers en de wensen of beperkingen van de deelnemers.

Andere voorbeelden van webbiotopen zijn dashboard, kennisbank, mediatheek en formulieren met ondertekenmogelijkheden. Bekijk de mogelijke functionaliteiten

Kenmerken van webbiotopen

Webbiotopen zijn dus anders dan websites, omdat ze gebouwd zijn vanuit een ander uitgangspunt: niet de organisatie staat centraal maar het doel van de bezoeker. Een Webbiotoop heeft altijd de volgende kenmerken:

  • Eén doel waarop de functionaliteit volledig op wordt afgestemd en geoptimaliseerd.
  • Iedere overheidsorganisatie kan één of meer gedeelten inrichten in het kader van het doel.
  • De functionaliteit is geoptimaliseerd voor de bezoeker én de beheerder/redacteur van de overheidsorganisatie.
  • Eén installatie waarop iedere overheidsorganisatie kan aansluiten via een gestandaardiseerd proces.
  • Gehost op een Rijkscloud of Rijksplatform.
  • Naar verhouding veel meer content dan functionaliteit.
  • Beheer, doorontwikkeling, UX, communicatie en projectmanagement zijn samengebracht in één ontwikkelteam.
  • Training voor contentbeheerders en functioneel beheerders die verantwoordelijk zijn voor de inrichting van het eigen organisatiedeel.
  • Gebouwd met open source-software én open source beschikbaar gesteld en ontwikkeld volgens de geldende coding standards en design systems.
  • Voorzien van monitoring om het gebruik inzichtelijk te maken.
  • Voldoet aan alle wet- en regelgeving voor veiligheid, toegankelijkheid en archivering.
  • Een community waarin de overheidsorganisaties gezamenlijk de roadmap bepalen, kennis uitwisselen en informatie vastleggen.
  • Publieke communicatie over de ontwikkelingen rondom de webbiotoop.
  • Minder CO2-uitstoot voor dezelfde hoeveelheid content.

Stappenplan informatie toevoegen aan een Webbiotoop

Stel, er is een eerste Webbiotoop in bedrijf bij de overheid. Hoe kan ik daar dan gebruik van maken wanneer ik als ambtenaar mijn informatie langs deze weg online wil ontsluiten?

  1. Neem contact op met het beheer- en ontwikkelteam van deze Webbiotoop. Hierbij geef je aan wat het doel is, wie de doelgroep en wat de houdbaarheid is van de informatie. Ook vertel je welke collega's er nog meer redactierechten mogen ontvangen.
  2. Aan de hand van je gegevens wordt er een ruimte binnen de Webbiotoop aangemaakt, zeg binnen 48 uur.
  3. Je ontvangt inloggegevens, minimaal via Twee Factor Authenticatie, maar het kan ook via een Single Sign On.
  4. Je voorziet de ruimte van de beschreven inhoud en aanverwante instellingen (afzender, verwijzingen, verschijningsvorm enz.). Hierbij geeft de Webbiotoop richting wanneer het gaat om de toegankelijkheid van de inhoud.
  5. Op het moment dat de informatie gereed is, publiceer je deze zelf. De ruimte kan ontsloten worden op in ieder geval 2 manieren: via de website van jouw organisatie en in de index van de Webbiotoop. Daarnaast is promotie natuurlijk mogelijk via alle andere kanalen van de overheid en via social media.
  6. Het beheer- en ontwikkelteam geeft toegang tot de statistieken en geeft tips over het verbeteren van de informatie of het (vergroten van het) bereik).
  7. Aan het eind van de houdbaarheidstermijn wordt in overleg bepaald of de informatie kan worden gedepubliceerd en uiteindelijk verwijderd. Omdat de Webbiotoop zo is ingericht, zal de informatie altijd terug te vinden zijn in het archief en uiteindelijk ook worden bewaard in het Nationaal Archief.

In de basis geen probleem

Nu wil ik hier niet pleiten voor het opheffen van alle bestaande overheidswebsites en die te vervangen voor een aantal Webbiotopen. Met name de ‘corporate websites’ van overheidsorganisaties zijn en blijven van belang: hier staat informatie die ‘eigen’ is aan de organisatie en haar missie. Nu zijn de basiseigenschappen van alle overheidswebsites bijna identiek. Of je nu naar een website kijkt van een waterschap, gemeente, ministerie of uitvoeringsorganisatie: ze hebben allemaal pagina’s in verschillende vormen - inhoud, nieuws, agenda, vacatures, contact - en deze pagina’s zijn opgebouwd met dezelfde elementen: koppen, paragrafen, lijsten, tabellen, video enz. Dit soort websites voldoen over het algemeen behoorlijk aan bovengenoemde wet- en regelgeving.

Waar het vaak lastig wordt, is wanneer er een website gevraagd wordt waarbij de wens niet als ‘basis’ beschouwd kan worden: complexe formulieren met authenticatie gekoppeld aan zaaksystemen, de afzender (en design) is niet alleen de overheidsorganisatie maar een samenwerkingsvorm, uitlezen en tonen van informatie uit specifieke datasets enz.

De ongewenste - maar begrijpelijke - reflex

De reflex is hier om - wanneer ‘corporate’ dit niet (snel) kan leveren - zelf iets te bouwen of een bureau te vragen iets neer te zetten. Hiermee wordt op korte termijn voorzien in een (meestal eigen) behoefte, maar wordt de lange termijn en de overheidsomgeving waar men zich in bevindt, vaak overgeslagen. Met vaak als gevolg:

  • Een onduidelijk doel.
  • Rol van afzender onduidelijk, eigenaarschap niet vastgelegd.
  • Niet nagedacht over lifecycle: wanneer wordt deze website offline gehaald.
  • Voldoet onvoldoende aan wet- & regelgeving en veel discussie en onwil om deze stappen nog te zetten (‘We hebben toch al gemaakt wat we wilden? Iedereen die hier belang bij heeft, is al tevreden…’).
  • Voldoet niet aan de organisatie-eigen afspraken over gebruik van CMS, redactiestatuut, domeinnaambeleid, hosting, enz.

Deze reflex is ongewenst al is deze wel te begrijpen. Men heeft een taak gekregen maar men heeft niet de ondersteuning of tooling om deze taak uit te voeren. Een klein voorbeeld: er moet een campagne ontwikkeld worden. Hiervoor doen we een aanbesteding met daarin aangegeven wat het resultaat moet zijn. De winnende inschrijver - waarschijnlijk een mediabureau - stelt een campagne voor met Abri’s, folders, media-aandacht en ook een eenvoudige website in dezelfde stijl als de andere campagnemiddelen. Snel geregeld, maar wat is het gevolg? Een website die niet voldoet aan wet- en regelgeving, toegankelijkheid, archivering enz. Deze stonden allemaal namelijk niet in de aanbestedingsvraag, want er werd gevraagd om een campagne en niet om een website…

Minder eigenwijs en meer vanuit standaarden

En hier komen de Webbiotopen om de hoek kijken. Webbiotopen zijn juist voor situaties waarin het qua tijd en geld niet haalbaar is om dit voor iedere organisatie en bij iedere vraag het ‘helemaal goed’ te doen. In het geval van het voorbeeld zou je een Webbiotoop voor campagnes kunnen ontwikkelen waarbij er veel vrijheid is voor het plaatsen van een campagne-eigen logo, lettertype, kleur en beeld. En wanneer een mediabureau een website voorstelt, wordt deze niet door het mediabureau zelf ontwikkeld maar kan de opdrachtgever een gedeelte van de Campagne-Webbiotoop (laten) inrichten. De opdrachtgever weet zich hiermee verzekerd dat enerzijds het campagnedoel gehaald wordt en anderzijds dat toegankelijkheid, lifecycle, webarchivering, monitoring enz. allemaal goed geregeld is. Zaak is wel dat alle betrokkenen zich conformeren aan de mogelijkheden die de Webbiotoop op dat moment biedt en de eisen die het stelt aan de vormgeving (denk aan afbeeldingsformaten, bestandstypen enz.).

Wat is ervoor nodig?

Klinkt als moeilijk, zo niet onmogelijk, zult u wellicht denken. Daar ben ik het mee eens: dit vraagt namelijk om intensieve samenwerking tussen de verschillende overheden. Maar dit mag niet de reden zijn waarom wij als overheid dit niet zouden overwegen. Nelson Mandela zei in 2001: ‘It always seems impossible until it’s done’. De maatschappelijke opbrengst is namelijk groot (minder onduidelijkheid en meer cohesie in de overheidscommunicatie), kwaliteit van onze dienstverlening wordt beter en - niet onbelangrijk - het werk wordt er leuker van! Wat is er nodig om hiermee te starten:

Eigenaarschap en expertise

Webbiotopen zijn producten van de overheid. Besteed dit a.u.b. niet uit: dit zijn producten voor de lange termijn waar de overheid zelf de verantwoordelijkheid voor moet nemen, zelf aan de knoppen wil zitten en zich niet afhankelijk moet maken van grote techbedrijven. Inhuur van experts op het gebied van webontwikkeling, user experience, projectmanagement enz. is op zich prima maar kijk vooral eerst naar de experts die al in dienst zijn bij de overheid. Die laten hun expertise namelijk al verhouden tot de complexiteit van overheid.

Samen open source ontwikkelen

Ook al ligt het eigenaarschap bij een bepaalde overheidsorganisatie, het is belangrijk dat dit Webbiotopen zijn die voortkomen uit gezamenlijke ontwikkeling. Gebruik de expertise en ervaringen van andere overheidsorganisaties en laat iedereen die dat wil en kan een bijdrage leveren zoals gebruikelijk is bij open source-ontwikkeling. Zo maak je sneller betere en relevante producten.

Standaard platforms en een Redirect-server

Zorg ervoor dat hosting wordt gedaan op plekken waar de overheid volgens dezelfde principes van duurzaamheid, schaalbaarheid en veiligheid werkt en controle heeft. Om veilig communicatie-url’s in te zetten die doorverwijzen naar een locatie op een Webbiotoop is een Redirect-server gewenst.

Wat doet een Redirect-server?

De url van een locatie op een Webbiotoop is langer en minder betekenisvol dan in sommige gevallen wenselijk is. Ook kan het zijn dat een organisatie in de naam van de url ook de eigen naam wil opnemen.Een bezoeker dient op een veilige wijze via een makkelijk te onthouden url - een zgn. communicatie-url - naar een locatie op een webbiotoop te worden doorgestuurd. Daarom moeten er twee certificaten zijn: één voor de communicatie-url en één voor de locatie. Een voorbeeld: www.prinsjesdagindenhaag.nl stuurt (redirect) bezoekers naar bijeenkomsten.overheid.nl/prinsjesdagindenhaag. Beide url’s moeten voorzien zijn van een geldig certificaat. Om voor de communicatie-url’s een eenduidige oplossing te bieden, is een Redirect-server waar certificaten worden geïnstalleerd een goede oplossing.

Afzender: overheid of overheidsorganisatie?

Bij veel van de huidige websites staat als afzender de organisatie vermeld waarbinnen het betreffende project is uitgevoerd. Is dit wel logisch gezien vanuit de bezoeker? En waarom is soms de website opgemaakt in de huisstijl van de Rijksoverheid en soms ‘de Overheid’? Bij Webbiotopen zou je meerdere verschijningsvormen kunnen implementeren, maar misschien is een duidelijke keuze om meer ‘Eén Overheid’ uit te stralen verstandig.

Continu toegankelijkheidstesten

Om Webbiotopen inclusief te laten zijn voor zoveel mogelijk mensen is een uitstekende kwaliteit op het gebied van toegankelijkheid een prioriteit. Dit betekent niet alleen een A-status is op Toegankelijkheidsverklaring.nl maar vooral dat er continu wordt gekeken naar verbeteringen, zowel voor de bezoeker als voor de beheerder/redacteur. Het ontwikkelen en beheren van toegankelijke software vraagt om teamleden die zelf een toegankelijkheidstoets kunnen uitvoeren conform de beschreven methodiek hiervoor.

Bredere blik bij UX-designers

Waar nu UX- (user experience) designers vooral naar kijken en ontwikkelen voor één bepaalde website zullen zij zgn. klantreizen gaan vormgeven die een bredere blik vereisen. De kans dat een bepaalde interactie zich uitstrekt over meerdere websites/Webbiotopen is aannemelijk. Ook zal een startpunt van een klantreis niet voor iedereen gelijk zijn. Sommige bezoekers beginnen bij de website van de overheidsorganisatie, anderen bij de Webbiotoop. Met beide scenario’s moet rekening worden gehouden.

Strak op inkoop

Wanneer Webbiotopen de standaard wordt voor vragen die verder gaan dan de basis, zullen er minder websites en -applicaties aanbesteed worden dan nu het geval is. Hierbij is het zaak om iedereen geïnformeerd te krijgen en te houden over het bestaan en de noodzaak van Webbiotopen.

Meer aanwezigheid in de échte wereld

Mocht dit allemaal werkelijkheid worden dan is er sprake van een afname van het aantal websites. De kwaliteit van ‘online aanwezigheid’ van de overheid zal hoger zijn. Het zou zomaar kunnen zijn dat de totale kosten voor websites dan ook afnemen. Investeer de vrijgekomen middelen dan vooral in aanwezigheid in de échte wereld: gewoon een mens bij wie u terecht kunt en u kan helpen als u digitaal contact met de overheid moeilijk vindt of uw vraag nét iets verder gaat dan wat er op een website wordt beschreven. Of wanneer tijdens een goed gesprek overheid en burger (of bedrijf) elkaar sneller kunnen begrijpen en er zo snel iets kan worden opgelost of gerealiseerd. Pas dan hebben we een oplossing die in de toekomst de reflex voor nog een website wegneemt…

Verantwoording

Dit essay heb ik op persoonlijke titel geschreven en is bedoeld om een steentje in de vijver te werpen om een nieuwe manier van denken in gang te zetten over de communicatie tussen burger en overheid, de kwaliteit hiervan te verbeteren en tegelijkertijd de kosten te beheersen. Door mijn werk bij verschillende uitvoeringsorganisaties denk ik dat dit een mogelijke oplossing is voor een groot aantal websites waarvan er een deel niet voldoen aan de wet- en regelgeving die de overheid aan zichzelf stelt. Ook al is dit mijn persoonlijke visie op de communicatie tussen burgers, bedrijven en de overheid, het is gevoed door talloze gesprekken die ik had en situaties waarin ik mij bevond met collega’s. Het voelt wel wat ongemakkelijk om hiermee naar voren te treden, de kans dat dit wordt gezien als luchtfietserij is aanwezig. Aan de andere kant: kritiek is makkelijk, initiatieven ontwikkelen om het beter doen is dat niet. Het vergt creativiteit en moed. Ik hoop dat dit verhaal een bijdrage kan leveren aan de toekomstige inrichting van de Digitale Overheid.

Beste lezer, bedankt voor uw aandacht.

© 2022-2024 Open Sourcer Nederland

Theme gemaakt door ThemeWagon
Afbeelding ontworpen door pch.vector: Freepik